maandag 2 juli 2012

Hoe ver moet je gaan?

Hoe ver moet je gaan? - Een vraag die vaak, en op veel gebieden, gesteld kan worden. In de film My Sister’s Keeper wordt het verhaal verteld van Anna. Anna is in het leven geroepen, ‘ontworpen’, om met een perfecte DNA-match als donor te kunnen dienen voor haar zus, Kate, die aan een acute vorm van leukemie lijdt. In de film wordt duidelijk dat Anna in haar leven vooral bezig is haar zus te helpen overleven. Ze heeft op jonge leeftijd al vele operaties ondergaan, waarvan sommige erg pijnlijk, en dus ook tegen haar wil. Zij besluit, zoals later blijkt op verzoek van haar zus, zich te verzetten tegen haar ouders en een rechtszaak te beginnen. Kate begrijpt namelijk dat je de dood niet eeuwig kunt, en wilt, uitstellen. Door de hulp van haar zusje kon zij tot zover óverleven, maar aan het daadwerkelijke leven komt ze niet toe. Daarom vraagt ze, als ze aanvoelt dat het einde niet ver meer is, aan haar zusje of die voor haar en voor zichzelf op wilt komen. Anna heeft er moeite mee, maar doet natuurlijk wat er van haar gevraagd wordt. Zij schakelt een advocaat in en begint een rechtszaak tegen haar ouders. Ik denk dat we meteen een antwoord op de eerste vraag te pakken hebben: “Niet zover.” Als een kind een rechtszaak tegen zijn ouders begint, is er iemand te ver gegaan. In dit geval, naar mijn inzicht, de moeder. De moeder van Kate heeft van het overleven een doel op zich gemaakt. Ze luistert niet meer naar de mening van anderen, maar doet er simpelweg alles aan om de dood van Kate uit te stellen. Koste wat het kost. En het kost nogal wat. Ze heeft niet alleen zelf een vreselijk leven, ze verpest ook dat van anderen, zelfs dat van Kate. Een mooi voorbeeld is een scène in de film waarin Kate duidelijk maakt dat ze heel erg graag naar het strand wilt. Haar vader overlegt met de arts, en ze komen tot de conclusie dat het waarschijnlijk geen verslechtering in de situatie zal veroorzaken, maar eerder een positief resultaat. Hij onderneemt direct actie: hij neemt Kate mee, haalt Anna van school en haalt thuis de strandspullen op. Als ze thuis de moeder tegenkomen, wordt die hysterisch, ze vindt dat het levensgevaarlijk is en eist dat haar man Kate direct weer terugbrengt naar het ziekenhuis. Die negeert alles en rijdt weg naar het strand.

Hier wordt duidelijk dat Kate, hoewel haar dood uitgesteld is, toch niet toekomt aan leven. Ze kan niks leuks doen, omdat ze daar extra ziek van zou kunnen worden. Begrijpelijk dus dat Kate niet langer wilt leven, maar waarom moet Anna dat vertellen? Haar moeder begint de boodschap pas te accepteren als Kate hem zelf brengt. Als Kate en haar moeder in de ziekenhuiskamer op het bed zitten en het boek wat zij gemaakt heeft over haar leven doorbladeren begint het pas door te dringen. Is dat niet een veel betere manier om zo’n boodschap te brengen? Ik denk van wel, maar ik denk tegelijkertijd dat je dan het onmogelijke vraagt van iemand. Ik vind het erg begrijpelijk dat Kate haar moeder niet durft te vertellen dat ze het genoeg geweest vindt, maar tegelijkertijd is het jammer. En ook hier bij het ontwijken van een vervelend gesprek valt weer af te vragen: “Hoe ver moet je gaan?”

Geen opmerkingen:

Een reactie posten